Het zou wel eens gedaan kunnen zijn met de tijd van de bijnamen, de grootspraak en de bijbehorende felle kritiek voor Ricardo Ricco. Hij moest zich voor iedereen bewijzen en dat heeft hij vandaag gedaan.

De etappe van vandaag gaat van Toulouse naar Bagneres. De eerste Pyreneeënrit is 224 km lang en heeft twee serieuze cols. De meeste klassementsrenners zien deze etappe als een opwarmertje voor het grote werk van morgen, ze houden zich dan ook eigenlijk de hele dag stil.

De hazen van de dag Sebastian Lang, Aliaksandr Koetsjinski en Nicolas Jalabert gaan al na twintig kilometer voor het peloton fietsen en krijgen een ruime voorsprong die in de rest van de dag langzaam slinkt. Even is er consternatie: Evans is gevallen. Hij heeft wat lelijke wonden en ziet er uit als een aangereden stuk wild, maar hij kan verder. Volgens de lokale dokter is er niks ernstigs. Volgens Maarten Ducrot gaat het zeker ontsteken. We zullen het zien.

Aan het begin van de laatste klim is Sebastian Lang alleen vooruit en heeft een voorsprong van 6 minuten. Menchov doet niets, Evans durft niets en Valverde kan niets.

Bij Saunier Duval hebben ze afgesproken dat Piepoli morgen mag winnen en de cobra, of zoals Kroon hem noemt: de droeftoeter mag vandaag knallen.

Ricco gaat op de beklimming van de Aspin in de pedalen en heeft geen tijd om achterom te kijken. Alle grote jongens lijken stil te staan. De la Fuente die nog wat punten wilde sprokkelen voor het bergklassement doet het in zijn bolletjesbroek. De arme Lang heeft de hele dag de ballen uit zijn broek gefietst om zich door dat kleine kereltje alle kaas van het brood te laten eten. De lelijke Italiaan fietst alle bijnamen uit de boeken en komt als eerste boven. Wat mij betreft hadden ze de streep daar boven op de Col d’Aspin getrokken. Ik heb geen idee waarom de jongens vervolgens nog 25 kilometer naar beneden moeten fietsen. Misschien was er geen stopcontact, of telefoonaansluiting.

De situatie aan de finish is eigenlijk precies hetzelfde als op de Col. Ricco wint glorieus zijn tweede rit en pakt 1.17 min. op alle klassementsrenners. Het gewone volk komt na een klein half uur binnen. De enige opvallende droeftoeter is Zubeldia die 9 minuten verliest. En dat terwijl Euskatel de hele dag als een bezetene aan kop heeft gefietst.

A demain, om met Mart Smeets te spreken. Wat mij betreft tot morgen.

Herman

1. RICCO Riccardo
2. EFIMKIN Vladimir
3. DESSEL Cyril
4. FOFONOV Dmitriy
5. KNEES Christian
6. MONFORT Maxime
7. VALVERDE Alejandro
8. KREUZIGER Roman
9. CUNEGO Damiano
10. POPOVYCH Yaroslav

Dagstand

Drie mensen hebben Ricco, de rest moet het toch hebben van de grote namen.

1 Aart 135
2 Alberto 135
3 Sibrand 135
4 Rolf 80
5 Jan Axel 75
6 Frank 70
7 Lens 50
8 Luuk 45
9 Reinier 45
10 Herman 35
11 Karl 35
12 Jaap 25
13 Maarten 25
14 Marnix 25
15 Hugo 10

Poulestand

Alberto gaat de sprong wagen en komt dichter bij Frank.

1 Frank 1745
2 Alberto 1595
3 Lens 1445
4 Maarten 1425
5 Reinier 1375
6 Jaap 1370
7 Rolf 1365
8 Marnix 1360
9 Herman 1350
10 Aart 1320
11 Sibrand 1245
12 JanAxel 1195
13 Hugo 1120
14 Luuk 1005
15 Karl 895

Dreamteam

Nog even voor de gein het dreamteam. Die Kirchen toch.

Kirchen 500
Valverde 320
Ricco 270
Schumacher 235
Freire 215
Cavendish 205
Hushovd 195
Zabel 190
Evans 165
Ciolek 155
2450

1 reactie op “Rit 9: Toulouse – Bagnères-de-Bigorre”

  1. Sibrand schreef:

    Mooi geschreven verslag…